Antje De Boeck - Thomas Boodts

vertolken

George Sand - Fréderic Chopin

 

 preview

 

De Schrijfster

 

George  Sand, (Amantine Aurore Lucile  Dupin) 

°Parijs, 1 juli 1804— + kasteel Nohant, 8 juni 1876

george sand

.George Sand is een van de belangrijkste schrijvers uit de Franse literatuurgeschiedenis en feministe avant la lettre. George Sand  maakte deel uit van de eerste generatie schrijvers die daadwerkelijk van hun pen konden leven in de negentiende eeuw samen met onder anderen  Honoré de Balzac, Victor Hugo en  Alexandre Dumas. De romans die ze schreef waren socialistisch geïnspireerd en speelden zich vaak af op het platteland. Tot haar bekendste romans behoren  'De onnozele hals' en 'Indiana' waarmee ze schrijvers als Gustave Flaubert en Marcel Proust wist te beïnvloeden.

Een duizelingwekkende energie — dat is de indruk van wie zich verdiept in de persoonlijkheid en het werk van George Sand. Die energie beperkte zich niet tot het privéleven van de negeniende-eeuwse schrijfster, maar gold net zo goed het culturele, politieke, sociale, kortom het publieke domein. Ze was romanschrijfster, essayiste, socialiste, republikeins politica en feministe. Maar ook botanici, marionettenspelers, theatercritici en ecologen lopen met haar weg. Balzac en Flaubert  behoorden tot haar bewonderaars  en  Marcel Proust stak, nog  aan het begin van de twintigste eeuw, haar loftrompet.

Behalve tienduizenden brieven, pamfletten, essays en toneelstukken publiceerde Sand zo'n honderd romans, in een razend tempo. Ze schreef 's nachts en was in staat binnen het uur de ene  roman te beëindigen en met de volgende te  beginnen. Sand schreef, op haar manier, een negentiende-eeuwse  'condition humaine': ze portretteerde stad en platteland, kerk en staat, burgers en aristocraten, vrouwen en mannen, wetenschappers, zeelui, kunstenaars en soldaten, zigeuners en arbeiders. Geen type, geen karakter dat bij Sand geen personage werd. Wellicht is haar autobiografie ‘De geschiedenis van mijn leven (1855)’ de titel uit haar werk die ook nu nog het meest wordt gelezen. Via haar  vader  stamt George  Sand  af  van maarschalk Maurice de Saxe, een bastaard  van de koning van Polen. Diens (bastaard) dochter zou  haar  grootmoeder worden. Zij trouwde jong met een van de meest  aanzienlijke aristocraten van haar tijd, M.Dupin de Francueil, die haar na zijn dood een flink fortuin naliet. Haar zoon, Maurice Dupin, was de vader van George Sand. Maurice Dupin maakt, als aristocraat en militair, carrière in het keizerlijke leger van Napoleon. In het geheim trouwt hij met Sophie-Victoire Delaborde, de dochter van een Parijse vogeltjesverkoper een huwelijk uit liefde, zeer tegen de zin van zijn familie uiteraard.

Sophie-Victoire volgt haar man op  veldtocht in Spanje met het napoleontische leger, en al snel worden een dochter, Aurore (de latere George Sand), en een zoon, Auguste, geboren. In 1808 vestigen ze zich op het familielandgoed in  Nohant, waar  zowel Aurores vader als haar broertje kort na elkaar sterven.

Daarna  neemt   grootmoeder Marie-Aurore  de Saxe  haar op- voeding ter hand. Zo staat Sand met het ene  been midden in de hoogste aristocratie — zij het via een aantal buitenechtelijke relaties — en met het andere midden in het volk, een afkomst die haar leven en werk zal bepalen.

Sand zelf verkondigde haar leven lang dat zij dochter was van een `patricien' en een ongeletterde 'bohémienne'. In haar famiiegeschiedenis is een  aantal  bastaarden terug te vinden, <champis', kinderen van de liefde: Sands overgrootvader was de bastaardzoon  van de koning  van Polen, haar eigen ouders hadden  al een of meer kinderen van wie de afkomst onduidelijk was. Haar halfbroer Hippolyte was door haar vader verwekt bij een bediende.  Geen  wonder dat het woord  terugkomt in haar oeuvre.  Een  van haar romans  is  getiteld  Frangois Le Champi. Heel uitzonderlijk was  het niet: niemand was in die tijd helemaal zeker van zijn of haar origine, schrijft Michelle Perrot in haar boek over Nohant.

Voor het schrijven van haar autobiografie put George Sand uit de familiearchieven die zich op landgoed Nohant bevinden, in de Berry, en die haar grootmoeder  Marie-Aurore de   Saxe zorgvuldig heeft bewaard.  Sand vindt dat het voor  iedereen van  wezenlijk belang is om te onderzoeken waar je vandaan komt. Ze raadt dan  ook al haar vrienden, kunstenaars en boeren  uit de streek aan de geschiedenis van hun eigen familie te schrijven. 'Ik zou mijn leven niet kunnen beschrijven en uitleggen  als ik niet eerst dat van mijn ouders had verteld en begrepen,' schrijft ze in haar autobiografie, 'ik moet dus ongeveer een  eeuw   omvatten om veertig jaar van mijn leven te vertellen.'

In 1822 trouwt Amantine  Aurore Lucille  Dupin, zoals ze dan nog  heet, met Frangois-Casimir Dudevant,  advocaat aan  het hof, met wie ze  op Nohant gaat wonen.   Een jaar later wordt hun zoon Maurice  geboren. Het huwelijk verslechtert, beiden houden  er  minnaars respectievelijk minnaressen op na.  Wie de vader is van  de in 1828 geboren dochter Solange is onzeker. Met grote ruzie gaan ze uit elkaar. Aurore gaat gedeeltelijk in Parijs wonen, en neemt haar kinderen mee. Dan beginnen  haar financiële problemen. Ze  koopt op krediet, leent, vraagt voorschotten. Ze wordt journalist bij dagblad Le Figaro en ontmoet er  Jules Sandeau. Met hem  beleeft ze niet alleen een  grote passie, ze schrijft ook een eerste gemeenschappelijke roman, Rose et blanche. De  roman verschijnt onder hun beider pseudoniem J.  Sand.

Een jaar later publiceert ze voor het eerst zelf een roman, Indiana (1832). Op het omslag staat het pseudoniem  dat ze haar hele leven zou houden: George Sand. Het boek heeft  succes en  haar uitgever Frangois Buloz, directeur van tijdschrift La Revue  des deux mondes,  biedt haar een contract aan, waardoor ze minder financiële zorgen heeft. Sand, die uit noodzaak begint te schrijven, heeft binnen een paar jaar een trouw en omvangrijk lezerspubliek veroverd. Wie  Indiana herleest — een roman over ongelukkige liefde en een  aanklacht tegen de ondergeschiktheid   van de vrouw  - wordt geraakt door de subtiele psychologie die Sand  aan  de dag  legt, door de kracht van  de natuurbeschrijvingen en de heldere blik op de negentiende-eeuwse   klassenmaatschappij. Haar pleidooi voor de emancipatie van de vrouw, inherent aan de  plot van veel van haar romans — en een element waarop zij vanaf  het begin stevig is aangevallen — springt in het oog. Indiana  is nog steeds interessant als reflectie op de utopie als  vorm   van  samenleven en  als adequate afspiegeling van  de politieke situatie van toen. Ook haar al genoemde autobiografie De  geschiedenis  van mijn leven (1855) heeft de  eeuwen goed doorstaan: het  is niet alleen het relaas van een individu, met portretten van grote voorouders, maar  ook de getuigenis van  een heel  tijdperk.tijdperk.

Mauprat  (1837) is een  gedegen historische   roman over  de kleine landadel in de Berry en een  fascinerende verbeelding van  het kwaad. Bekende titels als Frangois le Champi (1850) en  La mare  au diable  (1846) worden  steevast  tot de 'plattelandsromans'  van  Sand gerekend,  overigens zonder dat er een  erg idyllisch beeld van de campagne wordt geschetst. In haar  tijd sloeg haar werk in heel Europa aan; haar   romans werden  gelezen als   een aanklacht tegen onderdrukking  van economische,   politieke, seksuele en religieuze aard. Nog tijdens  haar leven verschenen tientallen vertalingen in bijna alle Europese   landen. Tegenwoordig  doet Sands  theoretischsocialistische werk nogal gedateerd aan.

Wellicht was  haar roem mede  te danken aan haar liefdesrelaties met  beroemde kunstenaars. Veel is er immers geschreven over Sands  stormachtige verhouding met de schrijver Alfred de Musset, die ze in  1833 ontmoet.  Hun reis naar Venetië, ziekte, ruzie, overspel — die heftige tragische verhouding heeft niet alleen henzelf geïnspireerd tot literair werk, maar ook velen na hen. Michel de Bourges, de beroemde  advocaat uit  de gelijknamige stad, die haar scheiding  van baron Dudevant regelde, behoort tot haar minnaars.

Ook haar verhouding met componist en pianist Frédéric Chopin, die tien jaar aan haar zijde doorbrengt, heeft kunstenaars en  historici geïnspireerd. Beroemd is onder andere hun desastreuze reis en verblijf op Mallorca. Chopin wordt er ziek; de primitieve omstandigheden  en het klimaat verslechteren zijn toch al kwakkelende  gezondheid. Het verblijf geneest Sand voorgoed van toekomstige reizen naar 'Spanje. God geve dat ik hier snel weg ben ’schrijft Sand op 15 februari 1849 aan haar vriendin de gravin Marliani, 'en dat ik nooit meer een voet zet in Spanje! Het is een land dat me op geen enkele manier bevalt.' Chopin hoest, teken van tuberculose, de dorpsbewoners zijn bang besmet te worden. De bevolking van Mallorca is hen  liever kwijt dan rijk. 'Door de hoest van Chopin en omdat we niet naar de mis  gingen, zijn we op Mallorca als paria's behandeld. Mijn kinderen werden met stenen bekogeld. Je zou tien dikke boeken moeten schrijven om  een idee te geven van de  lafheid, de mauvaise foi, het egoïsme, de domheid en de gemeenheid  van dat stompzinnige, stelende en devote ras.' Chopin  woont jaren  op Nohant, Sands  landhuis vlak bij La Chátre, in de Berry. Het staat zo'n 300 kilometer ten zuiden van  Parijs, en Sand woonde er het grootste deel van haar leven. Rijd je er nu vanuit Parijs in zo'n drie uur naartoe, in haar tijd deed je er per koets ruim twee dagen over om er te komen. In Nohant kom je heel dicht bij de Franse schrijfster.

______________________________________________

 De Componist

 

Frédéric Francois Chopin /Fryderyk Franciszek Chopin 

Frédéric Francois Chopin /Fryderyk Franciszek Chopin

°Zelazowa Wola, 1 maart of 22 februari 1810— + in Parijs, 17 oktober 1849.

frederic chopin

Chopin werd geboren in het Poolse dorp Zelazowa Wola in het Hertogdom Warschau, als zoon van een Poolse moeder en een uitgeweken

Franse vader. Over de juiste datum van zijn geboorte heerst nog steeds enig een waas van onzekerheid.

Algemeen wordt aangenomen dat de jonge Chopin het levenslicht zag op 22 februari 1810, maar dat hij pas per 1 maart in het geboorteregister van het dorp werd ingeschreven en toen gedoopt werd. Sommige ingewijden stellen dat enkel de Schotse Jane Stirling (1804-1859), lange tijd een leerlinge van Fréderic Chopin, de ware toedracht kende en deze neerschreef op een papier dat samen met Chopin werd begraven.

Wat ook de waarheid moge zijn, feit blijft dat het muzikaal talent van Chopin vrij vlug de kop opsteekt.

Reeds op vierjarige leeftijd krijgt hij zijn eerste pianolessen en enkele jaren later, amper acht jaar oud, brengt hij in wat nu het presidentieel paleis van Warschau is, zijn eerste pianorecital ten gehore. Eén en ander ging niet onopgemerkt voorbij en al vrij vlug wordt hij onder de vleugels genomen van Jozef Elsner (1769-1854), zelf begenadigd componist en directeur van het muziekconservatorium in Warschau, waar hij in 1829 afstudeerde. In datzelfde jaar ontmoete hij Konstancha Gladkowska waar hij hevig op verliefd wordt, hetgeen hem de inspiratie oplevert voor heel wat van zijn eerste composities.

In 1829 concerteerde hij in Wenen met improvisaties   op een Pools volkslied. In 1830 ondernam hij een nieuwe concertreis door het buitenland, maar wegens politieke ontwikkelingen in Polen, dat in 1830 tevergeefs in opstand   kwam tegen de Russische bezetters, kon hij niet meer terug   naar zijn geboorteland. Hij bleef, zoals veel andere Polen, als balling in Frankrijk en woonde vanaf zijn eenentwintigste in Parijs, waar hij zijn carrière als pianist en componist voortzette. In de aristocratische kringen waarin hij zich daar bewoog, oogstte hij   bewondering om zijn   pianospel en om zijn didactische gaven. Hij maakte kennis met   romantici als Honoré   de Balzac, Vincenzo Bellini, Hector Berlioz, Eugène Delacroix, Heinrich   Heine, Franz Liszt en Giacomo Meyerbeer.

Om te voorkomen dat hij afhankelijk zou zijn van documenten van het Russisch Keizerrijk werd hij Frans staatsburger.

Hij verfranste zijn voornamen (zijn achternaam wordt in Polen wel als Szopen   geschreven). De laatste achttien jaren van zijn leven woonde hij in Parijs, met uitzondering van korte verblijven in Engeland, Schotland en op het Spaanse

eiland Mallorca.

Hier verbleef hij in de winter van 1838/39 vier maanden met zijn geliefde George   Sand in cel vier van het Kartuizerklooster van Valldemossa. De componist heeft jarenlang een relatie gehad met George   Sand, pseudoniem   van Aurore Dupin, barones Dudevant, een ietwat excentrieke schrijfster van naam, die ervan hield in mannenkleren rond te lopen en sigaren en pijp te roken.

Chopin overleed waarschijnlijk aan de gevolgen van tuberculose, hoewel ook andere kwalen worden genoemd, zoals cysische fibrose en alfa-1-antitrypsine-deficiéntie, een metabole aandoening. Hij werd begraven op het kerkhof Père-Lachaise in Parijs, met uitzondering van zijn hart.

Ter uitvoering van zijn laatste wiksbeschikking werd deze overgebracht in een urne en ingemetseld in een pilaar in de Kerk van het Heilige Kruis in Warschau.  

Na zijn overlijden zijn veel onuitgegeven   stukken door zijn zus meegenomen naar Polen, waar ze door een felle huisbrand zijn vernietigd. Fryderyk Chopin was   met hart en ziel aan Polen verknocht. Volgens   sommigen zijn in zijn muziek altijd eenzaamheid en heimwee naar zijn geboorteland te horen.

Hij wordt algemeen beschouwd als de grootste componist die Polen heeft voortgebracht en geldt als een der grootste toondichters uit de romantiek..

Zijn muziek, een persoonlijke fusie van West-Europese   klassieke elementen en traditionele Poolse, benut de expressieve en technische eigenschappen van de piano vollediger dan de muziek van welke andere componist dan ook.

Chopin beschouwt de tastatuur van de piano als een anatomische structuur die samen met de handen een organische eenheid vormt. "Men kan niet genoeg bewondering hebben voor de geniale geest die de klaviatuur zo fraai op de vorm van de hand heeft afgestemd. De boventoetsen (de zwarte toetsen) — voor de lange vingers- kunnen zo heerlijk als steunpunt dienst doen. Je kunt het niet beter verzinnen. Heel vaak hebben betweters die geen flauw benul van pianospelen hebben, serieuze voorstellen gedaan om de klaviatuur in omvang te beperken ", aldus Chopin. Hij beschouwde   de toonladder van C op de piano als de moeilijkste, omdat deze geen enkel steunpunt in de vorm van zwarte toetsen heeft.

Chopin zelf had kleine handen. Ze waren pezig en dooren door getraind en een enorme spreiding van de vingers vanuit de middenhand. Hij speelde zoals hij sprak: zacht. Chopin trad bijna nooit op. Hij heeft zijn hele leven niet meer dan dertig concerten gegeven, volgens Alfred Cortot, ongeveer evenveel als Liszt in een maand. In de negentien jaar dat hij in Parijs verbleef heeft hij precies negentien keer een concert gegeven meestal   samen met andere pianisten en met   medewerking van zangers en orkesten of kamermusici. Dit is een van de redenen, of oorzaken hoe je het noemen wilt, dat Chopin tijdens zijn (korte) leven al een legende was, een vermaardheid.

De 24 Preludes van Chopin worden   beschouwd als een mijlpaal in de klassieke muziek. Schijnbaar eenvoudige stukken die door vorm en toongebruik (alle toonsoorten worden systematisch gebruikt) een krachtig, maar breekbaar geheel vormen.

Chopin schreef hoofdzakelijk   pianomuziek, waarin   elegante, expressieve melodieën, experimentele harmonieën en vrije vormen worden gecombineerd met   een veeleisende   pianotechniek. Zijn werk vormt het   hoogtepunt van de romantische pianomuziek. Het vormt een   persoonlijke synthese van Pools traditionele en West-Europese klassieke elementen.

In tegenstelling tot andere romantici zoals Robert   Schumann en Franz Liszt stond   Chopin afwijzend   tegenover duidelijke literaire of biografische verwijzingen in zijn werk. Toch leefde Chopin in een tijd waarin nationalistische gevoelens hoogtij vierden. In het geval van de Polen   werd dit gevoel nog versterkt door de bezetting van hun land door Rusland,   Pruisen en Oostenrijk. Dat Chopins   geboorteland Polen was, is duidelijk hoorbaar in veel van zijn composities. Zijn vriendin en levenspartner   George Sand vertelde over hem dat hij meer Pools was dan de Polen.

Een deel van Chopins werken is geschreven   voor leerlingen uit het milieu van de Parijse salon. De basis van zijn compositietechniek is de improvisatie, die zich steeds meer verdiepte en verinnerlijkte. Van een stilistische evolutie is nauwelijks

sprake. Wel is de weerspiegeling van zijn activiteiten waarneembaar. Tijdens zijn carrière als pianist schreef hij concertstukken, zoals   de Don Juan-variaties en de beide   pianoconcerten. Zijn muzieklessen   waren aanleiding voor vele kleinere werken zoals mazurka's, etudes, preludes, nocturnes en walsen. Composities zoals balladen, scherzi, barcarolle en sonates waren bedoeld voor hemzelf en een select gezelschap van intimi.

Chopin waakte over zijn etudes. Ze lagen hem na aan het hart. Hij hield ook nauwlettend in de gaten of ze door anderen uitgevoerd werden en hoe (Liszt niet meegeteld). Als hij in de lente van 1839, op de terugreis van Mallorca, hoort dat Clara Wieck (echtgenoot van Robert Schumann) de vijfde uit opus 10 heeft gespeeld, en nog wel in Parijs, neemt hij in eerste instantie genoegen met die mededeling, maar doet in een volgende brief nogal verontwaardigd navraag: "Heeft   mevrouw Wieck mijn etude eigenlijk goed gespeeld? Hoe komt het dat ze precies een etude uitkoos die mensen die niet weten dat deze voor zwarte toetsen bedoeld is, het minste interesseert?

Het was beter geweest het mij niet te laten weten".

______________________________________________

De relatie Sand-Chopin

george sand frederic chopin

Chopin  zou in 1836  George Sand , voor het eerst, ontmoeten op een feestje dat georganiseerd werd  door Franz Liszt (1811-1886) en diens geliefde Marie d'Agoult. Aanvankelijk was er weinig wederzijdse  sympathie tussen de componist en de schrijfster.

In een brief aan zijn ouders schreef Chopin dat haar gezicht hem  absoluut niet aanstond en dat er iets in haar was wat  hem  terughoudend maakte. George  Sand vroeg zich, op haar beurt, openlijk af of Chopin niet eigenlijk een meisje was. In 1838 zouden  ze  elkaar  echter opnieuw  tegenkomen,  nu tijdens een feestje bij Chopin thuis. Plotseling bleek niets een vriendschap en op den  duur zelfs een  romance in de weg te staan. Dit moest  wel voor de ouders van Chopin geheim  gehouden  worden  —Sand   was niet alleen zes jaar  ouder dan Chopin  en een gescheiden vrouw,  maar had ook  een zekere faam als mannenverslindster.

De winter op Mallorca

Wat van de  relatie tussen de componist en de schrijfster het meeste  tot de verbeelding spreekt, is hun verblijf op Mallorca tijdens de winter van 1838-39. Daar verbleven ze   maandenlang in een cel van een Karthuizerklooster in  het dal Valldemosa. Om te kunnen blijven componeren had Chopin overigens een Pleyel, een halve vleugelpiano, naar Mallorca op laten sturen.  Die staat nog steeds ter bezichtiging in dat klooster in Valldemosa, alsmede enkele andere door het paar achtergelaten eigendommen.

George Sand schreef over dit verblijf in 1842 haar geroemde boek ‘Un Hiver à Majorque’ ('Een winter op Mallorca'). Vanwege het vochtige klimaat ging de gezondheid van Chopin echter zienderogen achteruit. Hij hoestte veel en  de drie beste artsen van het eiland werden erbij gehaald. Er werd een  tuberculose geconstateerd. Chopin verwierp die diagnose echter en hield het liever op een angina. Maar  de eilandbewoners - gechoqueerd door   de figuur van George Sand  met haar broek en haar pijp- lieten zich niet zo gemakkelijk voor de gek houden en hielden liever grote afstand.

Uiteindelijk besloot het paar om   maar weer  huiswaarts te gaan. Toen  Chopin  op het schip opeens `schalen met bloed' ophoestte,  werd de scheepsarts geroepen, die echter weer hoop wist te  schenken. Hij schreef rust voor en verzorging en zei dat alles wel weer goed zou komen. Bij hun terugkeer op Nohart, het landgoed van George Sand, bleek dat ook  vreemd  genoeg te zijn gebeurd, want Chopin voelde zich al weer veel beter en ook de huisarts van Sand kon niets  bij hem vinden wat wees op tbc.

In 1847 kwam er een einde aan  de relatie ,  deels door onenigheden tussen  George Sand  en haar vrijgevochten dochter Solange, waarbij Chopin partij koos voor de  laatste. Bovendien  had Chopin  nooit een  goede relatie met haar zoon Maurice, die zich tegen hem en zijn relatie met diens moeder verzette. Heel bijzonder  moet de liefde wel geweest zijn. Later zou George Sand erover zeggen  dat van de acht jaar die de relatie duurde ze  de laatste zeven jaar eigenlijk volstrekt kuis had doorgebracht. Na hun relatiebreuk trok George Sand zich meer en meer terug op haar landgoed en bleef schrijven. Ze was zo productief dat ze bijna ieder jaar wel een nieuwe roman uitgaf, soms zelfs twee. Ze was ook één van de weinige schrijvers van haar tijd, met de eerder genoemde Balzac, maar ook andere beroemde namen als Victor Hugo en Alexandre Dumas, die ervan konden leven. In 1849 vertrok Chopin naar Engeland. Daar verbleef hij enige tijd, waarna hij weer naar Parijs terugkeerde. Op 17 oktober 1849 overleed hij daar, 39 jaar oud. Vanaf 1849 kreeg George Sand een relatie met de schrijver Alexandre Manceau (1817-1865), die ook haar privésecretaris was. Die duurde tot 1864, toen Manceau overleed. George Sand stierf zelf in 1876 aan een intestinale interruptie (een soort blokkatie van de darmen). Ze werd 72 jaar oud.

______________________________________________